In de vorige editie hebben wij geschreven over wanneer een werkgever ontslag op staande voet mag geven en aan welke vereisten een ontslag op staande voet moet voldoen. Maar wat kan een werknemer doen wanneer hij of zij ontslag op staande voet krijgt?
Een werknemer kan tegen ontslag op staande voet een voorlopige voorziening (kort geding) aanvragen bij de kantonrechter. Hij kan dan eisen dat hij wederom tewerk wordt gesteld en tevens eisen dat hij loon ontvangt vanaf de dag dat hij ontslagen is. De werknemer moet dit doen, want bij een ontslag op staande voet is er nimmer sprake van een WW-uitkering. De kantonrechter toetst of het ontslag op staande voet terecht is gegeven en, indien de werkgever ten onrechte dit ontslag op staande voet heeft gegeven, betekent dit dat er weer loon wordt doorbetaald en de werknemer in de regel weer terug kan gaan naar de werkplek. Let op: de werknemer dient binnen een termijn van 6 maanden, na de dag waarop ontslag op staande voet werd gegeven, zich te wenden tot de kantonrechter.