Ontslag op staande voet wordt gegeven indien van de werkgever redelijkerwijs niet meer gevergd kan worden dat hij de werknemer of werkneemster nog langer in dienst houdt. Er kan dan per direct een eind gemaakt worden aan de arbeidsovereenkomst en een werknemer verliest per direct zijn baan. Er moet sprake zijn van dusdanige ernstige reden dat het geen twijfel lijdt, ook niet voor de werknemer, dat ontslag op staande voet volgt. In dit artikel wordt nader ingegaan op o.a. redenen en vereisten aangaande ontslag op staande voet.
Ontslag op staande voet vindt plaats in die gevallen waarbij het ook voor de werknemer duidelijk is dat de arbeidsovereenkomst zo niet langer kan voortduren. Gedacht kan worden aan diefstal, dronken op het werk verschijnen, mishandeling op het werk, het weigeren van redelijk werk of redelijk overwerk.
Zoals hierboven gesteld, moet het gaan om een ernstige reden waarbij duidelijk is, óók voor de werknemer, dat zijn of haar gedrag niet langer getolereerd kan worden. Een ander vereiste is dat het ontslag onverwijld moet worden gegeven, dat wil zeggen op het moment dat het gedrag plaatsvindt. Soms mag een werkgever één of enkele dagen wachten, bijvoorbeeld indien een boekhouder wordt verdacht van het achterover drukken van gelden maar er nog een onderzoek moet plaatsvinden om dit aan te tonen.
Een werknemer kan tegen ontslag op staande voet een voorlopige voorziening (kort geding) aanvragen bij de kantonrechter. Hij kan dan eisen dat hij wederom tewerk wordt gesteld en tevens eisen dat hij loon ontvangt vanaf de dag dat hij ontslagen is. De werknemer moet dit doen, want bij een ontslag op staande voet is er nimmer sprake van een WW-uitkering. De kantonrechter toetst of het ontslag op staande voet terecht is gegeven en, indien de werkgever ten onrechte dit ontslag op staande voet heeft gegeven, betekent dit dat er weer loon wordt doorbetaald en de werknemer in de regel weer terug kan gaan naar de werkplek. Let op: de werknemer dient binnen een termijn van 6 maanden, na de dag waarop ontslag op staande voet werd gegeven, zich te wenden tot de kantonrechter.
Jan Blok werkt als verkoper in een winkel. Door ziekte van magazijnmedewerkers wordt Jan verzocht in het magazijn te gaan werken. Jan weigert. Tot driemaal toe sommeert de werkgever, vooral omdat het niet goed gaat met het bedrijf, Jan tevergeefs. Daarop wordt hij op staande voet ontslagen.
Zoals gezegd, dient het ontslag op staande voet plaats te vinden indien er sprake is van een ernstige reden, waarbij de werknemer zelf ook begrijpt dat de arbeidsovereenkomst niet meer langer in stand gehouden kan worden. Op het moment dus dat Jan weigert, zeker als hem de noodzaak wordt medegedeeld, om tijdelijk in het magazijn te werken, is er sprake van het zonder reden weigeren van reëel (over)werk. Het ontslag op staande voet zal in dit geval waarschijnlijk door de kantonrechter worden bevestigd.