De afgelopen weken heeft bijna iedereen wel een of meerdere dagen vakantie opgenomen. Maar hoe zijn de juridische regels omtrent vakantiedagen?
Een werknemer heeft naast zijn recht op vakantiegeld ook recht op vakantiedagen. Een vakantiedag is een dag, waarop een werknemer vrijgesteld is van zijn verplichting om arbeid te verrichten, terwijl hij wel loon ontvangt. De vakantiedagen zijn bedoeld om te kunnen recupereren van de inspanningen van het werk of re-integratie-inspanningen. Onder vakantiedagen vallen geen zondagen en algemeen erkende feestdagen, tenzij deze dagen volgens de geldende arbeidsvoorwaarden met vakantiedagen zijn gelijk gesteld.
Een werknemer verwerft jaarlijks een aanspraak op vakantiedagen. Het is de bedoeling dat die vakantiedagen ook daadwerkelijk worden genoten. Vanwege de recuperatiefunctie is in de wet opgenomen dat een werknemer gedurende de looptijd van de arbeidsovereenkomst zijn vakantiedagen in principe niet kan laten uitbetalen. De werknemer mag namelijk niet in de verleiding worden gebracht zijn aanspraak op vakantie om te zetten in geld.
Volgens de wet heeft een werknemer recht op 4 keer de afgesproken arbeidsduur per week. Een fulltime medewerker (40 uur per week) heeft dus recht op 40 x 4 = 160 uur/20 dagen. Een parttime medewerker van bijvoorbeeld 24 uur heeft dus recht op 24 x 4 = 96 uur/12 dagen.
Als een werknemer geen volledig jaar heeft gewerkt, verwerft hij een evenredige aanspraak. Stel, iemand komt op 1 juli in dienst, dan heeft hij bij een fulltime dienstverband recht op 10 dagen. Dit is ook zo indien iemand bijvoorbeeld op 1 juli uit dienst gaat. Vaak zie je dat iemand aan het begin van een nieuw jaar zijn volledige dagen krijgt, bijvoorbeeld 12. Echter, per maand wordt er slechts 1 dag opgebouwd.
Naast de wettelijke vakantiedagen worden vaak ook nog bovenwettelijke vakantiedagen opgebouwd. Dit kan gebeuren op grond van de cao of op grond van de arbeidsovereenkomst. De werkgever is dit op grond van de wet niet verplicht. Op grond van de cao kan een werkgever dit wel verplicht zijn. Indien er geen cao van toepassing is of in de cao geen bovenwettelijke dagen worden toegekend, dien je dit zelf mee te nemen in de arbeidsvoorwaarden onderhandelingen. Je mag namelijk in de arbeidsovereenkomst meer dagen afspreken dan de wettelijke dagen. Minder mag niet.
Omdat het doel van vakantie is het recupereren, mogen vakantiedagen die niet zijn opgenomen, in beginsel niet worden uitbetaald. De rechter heeft bij hoge uitzondering dit wel toegestaan, namelijk bij flexibele arbeidskrachten. Bij bijvoorbeeld werknemers die in de achtereenvolgende weken 2, 10, 25, 0, 8, 4 uur werken mag in het salaris een vergoeding worden opgenomen voor de vakantiedagen. Dit omdat het anders haast niet van te voren uit te rekenen valt, hoeveel vakantiedagen de werknemer heeft.
Een bijzondere situatie die aandacht verdient, is de opbouw van vakantiedagen bij arbeidsongeschiktheid. Dit is gewijzigd per 1 januari 2012. Voorheen was het zo dat een zieke werknemer die niet werkte alleen vakantiedagen opbouwde tijdens de laatste zes maanden van zijn arbeidsongeschiktheid. Nu bouwt de werknemer over de gehele periode wettelijke vakantiedagen op.
Betreffende de bovenwettelijke vakantiedagen mogen daarover andere afspraken worden gemaakt in de cao of in de arbeidsovereenkomst.
De werkgever is verplicht de werknemer ieder jaar in de gelegenheid te stellen tenminste het wettelijk minimum aan vakantiedagen te laten opnemen. In beginsel bepaalt de werknemer wanneer vakantiedagen worden genoten. De werkgever moet de vakantie overeenkomstig de wensen van een werknemer toestaan, behalve als gewichtige reden zich daartegen verzetten. Van gewichtige reden is sprake indien er een ernstige verstoring van de bedrijfsvoering zou ontstaan als de wens van een werknemer wordt ingewilligd.
Als de zieke werknemer met vakantie wil tijdens arbeidsongeschiktheid moet hij daarvoor tegenwoordig vakantiedagen inleveren. De gedachte daarachter is dat opnemen van vakantie tijdens ziekte net zo goed een recuperatiefunctie heeft: het uitrusten van de re-integratie-inspanningen. Bij gedeeltelijke werkhervatting is dat niet anders. Een werknemer die bijvoorbeeld halve dagen werkt in het kader van zijn re-integratie moet, als hij op vakantie gaat, toch hele vakantiedagen inleveren. Of iemand tijdens ziekte op vakantie mag, bepaalt de Arboarts. Deze beoordeelt of de reis en het verblijf niet schadelijk is voor de gezondheid van de werknemer. De vakantie mag namelijk het herstel en/of de re-integratie van de werknemer niet in de weg staan.
Als een werknemer arbeidsongeschikt wordt tijdens zijn vakantie, maakt hij geen vakantiedagen op over de tijd dat hij arbeidsongeschikt is. Na herstel tijdens vakantie worden gewoon weer wel vakantiedagen genoten. De werkgever kan in redelijkheid van de werknemer verlangen dat hij de arbeidsongeschiktheid tijdens de vakantie aantoont. Van tevoren kan in de cao of arbeidsovereenkomst worden overeengekomen dat de werknemer die tijdens vakantie ziek wordt toch zijn bovenwettelijke vakantiedagen daarvoor gebruikt. Zijn die op en duurt de ziekte tijdens vakantie voort dan zijn dit ziektedagen.
Het kan voorkomen dat een bedrijf een collectieve bedrijfsvakantie wil afspreken. Zo’n collectieve vakantie is alleen mogelijk als daartoe in de individuele arbeidsovereenkomst van de werknemers is voorzien. Als zoiets niet in de individuele arbeidsovereenkomst is vastgelegd, geldt de hoofdregel dat de vakantie wordt vastgesteld overeenkomstig de wensen van de werknemer, behalve als gewichtige reden zich ertegen verzetten.
In sommige bedrijven wordt met de ondernemingsraad een vakantieregeling afgesproken. Die vakantieregeling bindt echter de individuele werknemers niet. Ook al wordt met een ondernemingsraad dus een collectieve bedrijfsvakantie afgesproken, dan nog moet over die collectieve bedrijfsvakantie met elke individuele werknemer overeenstemming worden bereikt. Een oplossing is om in de arbeidsovereenkomst op te nemen dat de vakantieregeling, en eventuele met de ondernemingsraad afgesproken toekomstige wijzigingen daarop, integraal onderdeel uitmaken van de arbeidsovereenkomst.
De uitbetaling van wettelijke vakantiedagen tijdens dienstverband is vrijwel niet mogelijk. Enkel de bovenwettelijke dagen kunnen aan het einde van het jaar worden uitbetaald, als de werknemer dit wenst.
Aan het einde van het dienstverband moet de werkgever alle opgebouwde, nog niet genoten vakantiedagen uitbetalen. Het maakt daarbij niet uit hoe aan de arbeidsovereenkomst een einde is gekomen.
Tot 1 januari 2012 verjaarde alle opgebouwde vakantiedagen (wettelijk en bovenwettelijk) pas na 5 jaar. Sinds 1 januari 2012 verjaren de bovenwettelijke dagen nog steeds pas na 5 jaar, echter de wettelijke dagen verjaren op 1 juli van het jaar nadat ze zijn opgebouwd. Stel u werkt in 2015 fulltime (40 uur) en bouwt 25 dagen op. De 20 wettelijke dagen van 2015 vervallen per 1 juli 2016. Het is dan dus van belang om deze dagen voor deze termijn op te nemen. Het kan hierdoor dus zijn dat u in 2016 te maken krijgt met vele vervaltermijnen.
Daarnaast zie je vaak dat de Atv-dagen niet mee genomen mogen worden na een volgend jaar.