In Nederland kennen we een aantal vormen van verlof. Daarbij kan gedacht worden aan zwangerschaps- en bevallingsverlof, adoptieverlof, calamiteitenverlof en zorgverlof. Ik zal hieronder ingaan op het zorgverlof. Hierin kan een onderscheid worden gemaakt tussen kortdurend zorgverlof en langdurig zorgverlof.
Het kortdurend zorgverlof houdt in dat een werknemer recht heeft op verlof voor de verzorging in verband met ziekte van een naast familielid. Een naast familielid is gelimiteerd. Hieronder valt:
Bij cao kan hierin voor de werknemer in positieve zin vanaf worden geweken.
Bij zorgverlof moet het gaan om verzorging, die noodzakelijkerwijs, door de werknemer zelf moet worden gegeven. Als een ander de verzorging op zich kan nemen, is er geen sprake van noodzakelijkheid.
De werknemer moet desgevraagd achteraf aannemelijk maken dat er zich een situatie heeft voorgedaan die het opnemen van het zorgverlof rechtvaardigt. Bijvoorbeeld: een kind is ziek en beide ouders werken parttime. Het is dan voor hen noodzakelijk om de zorg te verlenen. De werkgever mag niet zeggen dat de andere ouder maar thuis moet blijven. De ouders mogen kiezen welke ouder de verzorging op zich neemt.
Per jaar heeft een werknemer recht op ten hoogste tweemaal de arbeidsduur per week. Werkt iemand fulltime (40 uur) dan heeft hij recht op 80 uur kortdurend zorgverlof. Deze uren hoeven niet aaneengesloten te worden opgenomen. Als een werknemer geen gebruik maakt van zorgverlof komt dit na afloop van het jaar te vervallen. Het kan dus niet zoals vakantiedagen mee worden genomen naar latere jaren.
Als de werknemer voldoet aan de voorwaarden om kortdurend zorgverlof op te nemen, is er recht op loondoorbetaling. Niet het gehele salaris hoeft doorbetaald te worden. Het salaris dat minimaal moet worden betaald, is het wettelijk minimumloon en maximaal 70% van het laatstverdiende loon (met als uiterste bovengrens 70% van het maximumdagloon). De werknemer hoeft daarnaast geen onkostenvergoeding te betalen als de werknemer door het opnemen van het kortdurend zorgverlof minder onkosten maakt.
Indien de werknemer verzorging wil verlenen bij een levensbedreigende ziekte kan hij verzoeken om langdurig zorgverlof.
De persoon waaraan de werknemer verzorging wil verlenen dient te zijn:
Per jaar heeft een werknemer recht op ten hoogste zesmaal de arbeidsduur per week. Werkt iemand fulltime (40 uur) dan heeft hij recht op 240 uur langdurig zorgverlof. Deze uren dienen in een aaneengesloten periode van ten hoogste 12 weken te worden opgenomen. De werknemer mag de werkgever verzoeken om de verlofperiode te verlengen naar 18 weken. De werknemer mag de helft van zijn werkweek als langdurig zorgverlof opnemen. De werknemer mag ook een verzoek indienen voor meer uren per week. Als de persoon voor wiens verzorging langdurig zorgverlof wordt verleend, overlijdt of niet langer levensbedreigend ziek is, dan eindigt het verlof de volgende dag.
Langdurig zorgverlof is onbetaald verlof. Een werknemer kan wel verzoeken om bijvoorbeeld gebruik te maken van het tegoed uit zijn levensloopregeling. Langdurig zorgverlof mag niet worden gelijkgesteld met vakantie.
De werknemer moet vooraf aan de werkgever melden, dat hij kortdurend dan wel langdurig zorgverlof gaat opnemen. Als melding vooraf niet mogelijk is, dient het zo spoedig mogelijk te gebeuren. Zodra de werkgever de melding heeft ontvangen, kan hij kenbaar maken dat het verlof niet kan ingaan, en dat de werknemer gewoon op het werk moet verschijnen. De werkgever moet meteen een beroep doen op het zwaarwichtige bedrijfs- of dienstbelang. Als hij daarmee wacht om te kijken of er überhaupt een probleem ontstaat, kan hij later niet meer het zorgverlof stopzetten. Onder zwaarwichtige bedrijfs- of dienstbelangen wordt verstaan, dat een werkgever dusdanige zwaarwegende redenen heeft, dat het belang van de werknemer daarvoor in redelijkheid moet wijken. Hierin zit een belangenafweging opgesloten. De werkgever moet zijn belangen afwegen tegen de reden die de werknemer geeft om het verlof op te nemen. Het moet gaan om situaties, waarbij de afwezigheid van de werknemer niet via de normale bedrijfsvoering en inzet van het overige personeel kan worden opgevangen, en dit ernstige consequenties heeft.