Werkloosheidsuitkering

OPZEGGING

Voor een rechtsgeldig ontslag is vereist dat de werkgever op de juiste wijze opzegt. Opzeggen door de werkgever houdt in dat hij eerst toestemming nodig heeft van het UWV Werkbedrijf. Ook is er een mogelijkheid om een ontbindingsverzoek in te dienen bij de kantonrechter. Heeft de werkgever eenmaal toestemming gekregen van het UWV Werkbedrijf dan dient de werkgever op te zeggen met een inachtneming van de geldendeopzegtermijn, deze opzegtermijn is vastgelegd in de wet of de toepasselijke cao. De werkgever mag de geldende opzegtermijn verkorten met één maand, maar dan moet er wel minimaal één maand overblijven. De opzegtermijn vindt plaats tegen het einde van elke maand tenzij de arbeidsovereenkomst of de cao anders bepalen.

ONJUISTE OPZEGTERMIJN

Een werknemer kan recht hebben op schadeloosstelling indien de werkgever een te korte of geen opzegtermijn in acht heeft genomen. De werknemer ondervindt namelijk financiële schade van het in acht nemen van een verkeerde opzegtermijn. Het UWV kent namelijk pas na het verstrijken van de geldende opzegtermijn een WW-uitkering toe. De werknemer had namelijk recht op doorbetaling van het loon in plaats van WW.

Een voorbeeld

De heer Pietersen werkt bij taxibedrijf De Groot. Taxibedrijf De Groot zegt de arbeidsovereenkomst op van de heer Pietersen waarbij een opzegtermijn van twee maanden in acht dient te worden genomen. In de arbeidsovereenkomst staat dat opzegging plaats dient te vinden aan het einde van de maand. Echter taxibedrijf De Groot zegt op 12 april 2010 op, ingaande 12 juni 2010. Aangezien de arbeidsovereenkomst voorschrijft dat alleen aan het einde van de maand opzegging mag geschieden, eindigt de arbeidsovereenkomst in dit geval niet op 12 juni maar op 30 juni. Het gevolg is dat over de periode van 12 tot en met 30 juni 2010 het UWV geen WW zal verstrekken aan de werknemer.

VERWIJTBAAR GEDRAG EN WW

Indien een werknemer verwijtbaar werkloos wordt is het UWV verplicht een sanctie toe te passen op de WW-uitkering inhoudende dat de uitkering in beginsel wordt geweigerd. Het gaat hier om het begrip verwijtbaar werkloos. Een werknemer is verwijtbaar werkloos als er een dringende reden aan de opzegging ten grondslag ligt, bijvoorbeeld:

1. Mishandeling van een collega;
2. Het zonder redelijke grond hardnekkig weigeren om werkzaamheden te verrichten;
3. Het misleiden van de werkgever bij het sluiten van de arbeidsovereenkomst door vervalste getuigschriften;
4. In ernstige mate de bekwaamheid en geschiktheid voor het werk waarvoor hij is aangenomen missen;
5. Schuldig maken aan diefstal, verduistering en bedrog;
6. Eigendommen van de werkgever beschadigen of in gevaar brengen;
7. Door opzet of roekeloosheid niet meer in staat zijn arbeid te verrichten.

VERWIJTBAAR WERKLOOS BIJ OPZEGGING

Ook is een werknemer verwijtbaar werkloos als hij zelf verzoekt aan de werkgever de arbeidsovereenkomst te beëindigen of zelf de arbeidsovereenkomst opzegt.

BENADELINGSHANDELING

Als een werknemer akkoord gaat met een onjuiste opzegtermijn, merkt het UWV dit aan als een benadelingshandeling. In deze situaties kent het UWV in beginsel geen uitkering toe gedurende de periode waarop aanspraak had bestaan op loon.  Als uw werkgever u op staande voet ontslaat of een verkeerde opzegtermijn in acht neemt, is het noodzakelijk om zo snel mogelijk actie te ondernemen.

Mogelijk heeft u een vraag of wenst u een adviesgesprek, neem dan gerust contact met ons op.