Het gerechtshof te Den Haag heeft vorig jaar op 17 maart 2020 een belangrijke uitspraak gedaan voor uitzendbureaus en uitzendkrachten.
Een uitzendkracht was met zijn hand in een machine gekomen terwijl hij werkzaamheden verrichtte voor de opdrachtgever van het uitzendbureau. Toen hij zich ziek meldde bij het uitzendbureau weigerde deze hem het loon door te betalen door een beroep te doen op artikel 13 van de NBBU-CAO, welke CAO van toepassing was op de arbeidsrelatie met de uitzendkracht.
In artikel 13 is opgenomen dat de arbeidsovereenkomst met de uitzendkracht automatisch eindigt op het moment dat de uitzendkracht ziek wordt of een arbeidsongeval krijgt en daardoor niet meer kan werken. Dit uitzendbeding gold voor uitzendkrachten die minder dan 78 weken voor het uitzendbureau hebben gewerkt.
Het gerechtshof stelt vast dat in de wet staat dat een arbeidsovereenkomst niet kan worden opgezegd tijdens ziekte. Van deze wettelijke bepaling kon voor 1 juli 2015 door middel van een CAO worden afgeweken, maar de wetgever heeft deze mogelijkheid om door middel van CAO van de wet af te wijken afgeschaft.
Baanbrekend
In de juridische literatuur werd deze uitspraak als baanbrekend gezien voor de flexbranche, omdat al jaren ervan uit werd gegaan dat een uitzendovereenkomst bij ziekte door het hiervoor genoemde uitzendbeding automatisch eindigde en daarmee het recht op loondoorbetaling. Het advies aan uitzendbureaus was destijds onder meer om een uitzendovereenkomst voor bepaalde tijd te sluiten of meer te werken met kortdurende detacheringsovereenkomsten.
Op 18 januari jl. heeft de rechtbank te Rotterdam bepaald dat een beroep op het uitzendbeding tijdens ziekte wel degelijk rechtsgeldig is, indien de opdrachtgever te kennen heeft gegeven de opdracht te beëindigen. Uit de wetsgeschiedenis blijkt namelijk dat een opdrachtgever om welke reden dan ook de inlening mag beëindigen, dus ook vanwege ziekte. Daarnaast is van belang dat de zaak bij het gerechtshof te Den Haag ging over een uitzendbeding dat was opgenomen in een CAO (dat zich in geval van ziekte dus niet verdraagt met de wet), terwijl het in de zaak bij de rechtbank te Rotterdam ging om een uitzendbeding dat was opgenomen in een uitzendovereenkomst.
Het laatste woord over de werking van uitzendbedingen bij ziekte is nog niet uitgesproken. Dit is uiteindelijk aan de Hoge Raad, mocht dit ooit aan dit rechtscollege worden voorgelegd.
Bij ziekte is het overigens altijd verstandig voor werkgever en werknemer alert te blijven en tijdig advies aan te vragen over re-integratie en loon.