De meldingen van ziekteverzuim veroorzaakt door een burn-out nemen de laatste tijd sterk toe. Nadat een medewerker zich ziek heeft gemeld, is het voor de werkgever geen kwestie van het herstel afwachten. Op de werkgever rusten namelijk tal van verplichtingen die waar mogelijk tot re-integratie moeten leiden. Maar ook de werknemer heeft te maken met verplichtingen en kan niet zomaar, zonder gevolgen, medewerking weigeren. Dit blijkt ook uit een recente rechtszaak waarbij de werkgever volgens de rechter terecht een loonstop heeft ingesteld wegens het niet meewerken aan re-integratie.
De belangrijkste verplichting van de werknemer komt er kort gezegd op neer dat deze moet meewerken aan zijn re-integratie. Dat betekent dat de werknemer gevolg moet geven aan redelijke voorstellen van de werkgever en dient mee te werken aan maatregelen, mee te werken aan het opstellen van een plan van aanpak en passende arbeid te verrichten. De werknemer dient zich actief op te stellen en komt waar mogelijk ook zelf met voorstellen over zijn re-integratie. De volgorde van re-integratie is dat de werknemer re-integreert in de eigen arbeid. Is dat niet mogelijk, dan re-integreert hij binnen het bedrijf van de werkgever en als ook dat niet mogelijk is, wordt hij bij een ander bedrijf te werk gesteld.
Wanneer de werknemer weigert de opgelegde verplichting na te komen, hoeft de werkgever deze werknemer niet langer loon te betalen. Weigert de werknemer vervolgens nog steeds, dan kan de werkgever het UWV toestemming vragen om de arbeidsovereenkomst met de werknemer op te zeggen nu het opzegverbod tijdens ziekte vervalt. Het is echter gebruikelijker dat de werkgever de kantonrechter vraagt de arbeidsovereenkomst te ontbinden wegens verwijtbaar handelen van de werknemer, namelijk het niet nakomen van zijn re-integratie verplichtingen. Naast voorschriften van onder andere de bedrijfsarts, dient de werknemer ook een door de werkgever aangeboden cursus of scholing te volgen. Ook het voeren van gesprekken om een meningsverschil te overbruggen, kan tot de re-integratie-inspanningen behoren. Volgens de regering is het de uitdrukkelijke bedoeling dat de werknemer eerst wordt gewaarschuwd door middel van het stopzetten van loonbetaling alvorens de arbeidsovereenkomst zal kunnen worden opgezegd.
In de recente zaak kreeg de werknemer een burn-out. De bedrijfsarts constateerde forse werkgerelateerde beperkingen (gelegen in de arbeidsverhoudingen). De werknemer werkt vervolgens nergens aan mee. Zo maakt ze een einde aan de mediation en weigert het plan van aanpak en de eerstejaarsevaluatie te tekenen als haar voorstellen niet worden overgenomen. De belemmering van haar re-integratie leidt ertoe dat de werkgever op een gegeven moment de loondoorbetaling stop heeft gezet. De werknemer accepteert dit niet en stapt naar de rechter. De rechter wijst haar vordering af. De werknemer had geen deugdelijke grond om de medewerking aan de re-integratie te weigeren.
Blijven communiceren op een zakelijke manier leidt doorgaans tot de beste uitkomst. Juridisch advies kan – zeker als de emoties hoog oplopen – nuttig zijn.