De rechtbank Oost-Nederland, sector kanton, locatie Nijmegen heeft in een beschikking van 8 februari 2013 de arbeidsovereenkomst van een werknemer die 26 jaar lang in dienst was bij de Katholieke Universiteit Nijmegen ontbonden vanwege een dringende reden. De dringende reden bestond uit het feit dat die betreffende werknemer in ieder geval in de maanden juni tot en met november 2012 regelmatig op vrijdag 3 à 4 blikjes cola zonder toestemming uit het voorraadmagazijn van de werkgever heeft weggenomen en opgedronken met collega's tijdens de middagpauze.
De werkgever heeft de vermissing van de blikjes opgemerkt en een onderzoek opgestart. In het kader van het onderzoek zijn camera's geplaatst en aan de hand van de camerabeelden is geconstateerd dat de betreffende werknemer blikjes cola wegnam. De werkgever heeft de werknemer tijdens een gesprek op 3 december 2012 gevraagd of hij blikjes heeft weggenomen uit het magazijn. De werknemer heeft dit ontkend en aangegeven dat hij betreurde dat er zo weinig vertrouwen in hem als persoon werd gesteld. De werkgever heeft de werknemer vervolgens geconfronteerd met de camerabeelden.
De werkgever heeft vervolgens een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend bij de rechtbank. De werkgever heeft aangegeven dat het stelselmatig gedurende langere tijd wegnemen van blikjes cola en het zich meerdere malen schuldig maken aan verduistering tijdens dienstbetrekking een dermate ernstig vergrijp is dat het een dringende reden is om te komen tot de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De werknemer heeft zich op het standpunt gesteld dat de blikjes cola een relatief geringe waarde hadden en dat de ernst van de gedraging dan ook niet dusdanig ernstig was dat dit een ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt. De werknemer heeft ook gewezen op zijn wat hogere leeftijd van circa 50 jaar en het feit dat hij reeds 26 jaar in dienst was bij de werkgever.
De rechtbank heeft overwogen dat de gevolgen van een ontbinding wegens dringende reden voor de werknemer groot zullen zijn. De rechtbank komt echter tot het oordeel dat de werknemer zich terdege bewust was van het feit dat hij iets ondernam wat verboden was en dat de werknemer volledig verantwoordelijk is voor zijn eigen gedragingen. Het feit dat hij achteraf spijt heeft, kan hem thans niet meer baten. De arbeidsovereenkomst is dan ook door de rechter ontbonden wegens een dringende reden zonder toekenning van een vergoeding.
U kunt de hele uitspraak lezen via www.rechtspraak.nl, LJN BZ1980.