Onlangs heeft de rechtbank in Alkmaar het verzoek van een werkgever om een werknemer te mogen ontslaan afgewezen. De werkgever wilde de werknemer namelijk ontslaan omdat ze weigerde om bedrijfskleding te dragen. De rechtbank heeft in dit geval, gezien de achterliggende reden, de arbeidsovereenkomst niet ontbonden. Hierna volgt een uiteenzetting van de uitspraak.
Werkneemster is sinds 1 december 1999 in dienst bij zorgverlener Wilgaerden. Deze zorgverlener heeft 16 locaties. In algemene zin heeft Wilgaerden op 1 februari 2007 besloten dat er per vestiging besloten mag worden of er bedrijfskleding gedragen dient te worden. Uiteindelijk is in 2011 besloten om bedrijfskleding in te voeren en centraal te regelen. Het was kennelijk niet mogelijk direct definitieve bedrijfskleding in te voeren. Er is daarom voor gekozen om in oktober 2011 poloshirts te bestellen ter overbrugging.
In maart 2012 zijn de poloshirts uitgedeeld onder het personeel en per 26 april 2012 is het dragen van de poloshirts tijdens het werk verplicht gesteld. Werkneemster heeft geweigerd om een poloshirt te dragen. Wilgaerden heeft haar hier op aangesproken op 2 augustus 2012. Daarna hebben nog diverse gesprekken plaatsgevonden. De werkneemster is blijven weigeren om het poloshirt aan te trekken omdat dit haar gevoel voor eigenwaarde zou aantasten. De werkneemster heeft dit geweigerd omdat zij dik was en het poloshirt haar niet zou passen. De werkneemster heeft wel aangeboden om haar privékleding aan te passen aan de bedrijfskleuren van Wilgaerden en te voorzien van een logo. Er hebben nog diverse gesprekken en briefwisselingen plaatsgevonden. Op 7 november 2012 heeft de werkneemster zich ziek gemeld. De Arboarts heeft op 20 november 2012 vastgesteld dat de werkneemster niet ziek was.
Wilgaerden heeft het verzoek ingediend om de arbeidsovereenkomst met de werkneemster te mogen ontbinden. Naar het oordeel van Wilgaerden bevordert bedrijfskleding de herkenbaarheid van werknemers. Bovendien zorgt het dragen van bedrijfskleding voor een professionele, vakbekwame en uniforme uitstraling. De werkneemster verweert zich door aan te geven dat zij altijd goed heeft gefunctioneerd, zij voldoende verzorgd gekleed was, het poloshirt pas van tijdelijke aard was en zij zelf een redelijk tegenvoorstel heeft gedaan.
De rechter is van oordeel dat Wilgaerden als werkgever op basis van het instructierecht op zich de bevoegdheid heeft om werknemers voor te schrijven bedrijfskleding te dragen. De rechter overweegt dat de bezwaren van de werkneemster tegen het poloshirt verder gaan dan het feit dat het poloshirt haar niet zou staan. De bezwaren komen dan ook niet enkel voort uit onwil maar juist omdat het shirt haar eigenwaarde en zelfvertrouwen aantast. De rechter is van oordeel dat indien de opgelegde verplichting van Wilgaerden aan de werkneemster om een poloshirt te dragen zou kunnen leiden tot psychische schade bij de werkneemster, dit dan een reden zou kunnen zijn om af te wijken van de verplichting. De rechter overweegt dat Wilgaerden nader onderzoek had moeten doen naar de psychische factoren. Nu dat niet gebeurd is, is de rechter van mening dat hij beschikt over te weinig informatie om een oordeel te kunnen vellen. De rechter wijst het verzoek om beëindiging van de arbeidsovereenkomst dan ook af.
Rechtbank Alkmaar, sector Kanton, 21 december 2012, LJN BZ6090