Er bestaat in de wet geen algemene regelgeving over oproepovereenkomsten. Indien de werkgever tijdelijk extra personeel wil inzetten kan hij of gebruik maken van uitzendkrachten of van oproepkrachten. In de praktijk worden oproepkrachten veel ingezet voor incidentele werkzaamheden, bijvoorbeeld in verband met drukte bij seizoensinvloeden.
Een café in Bergeijk heeft vier vaste werknemers in dienst. Midden in de zomer als het warm weer is, is het vaak extra druk op het terras heeft het café extra personeel nodig. Het vast in dienst nemen van vier extra werknemers is een dure aangelegenheid. De kosten van deze werknemers komen dan namelijk het hele jaar door maandelijks terug terwijl er amper tot geen werk is voor deze werknemers. Het aannemen voor de hele zomerperiode is ook niet in het belang van het café. Mocht er immers weer sprake zijn van een natte zomer zoals in 2011 dan wordt het terras niet druk bezocht. Het café wil daarom het liefste werken met werknemers die opgeroepen kunnen worden wanneer zij daadwerkelijk nodig zijn.
In de praktijk circuleren veel verschillende aanduidingen van contracten: oproepcontracten, nulurencontracten, min/max- contracten en weekendhulpcontracten. Deze benamingen zeggen echter niet veel over de juridische status van de contracten. Er wordt in de juridische literatuur onderscheid gemaakt tussen de voorovereenkomst (geen arbeidsovereenkomst) en de arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht (wel arbeidsovereenkomst).
Wanneer er sprake is van een voorovereenkomst, spreken de werkgever en de oproepkracht af dat de werkgever de oproepkracht oproept wanneer er geschikt werk voor handen is en dat de oproepkracht de oproep zal aanvaarden. De werkgever is bij voorhanden werk niet verplicht de werknemer op te roepen en de werknemer is bij voorhanden werk niet verplicht dit werk te aanvaarden. Pas wanneer een concrete oproep van de werkgever daadwerkelijk aanvaard wordt door de werknemer, ontstaat er een arbeidsovereenkomst. De voorovereenkomst zelf is nog geen arbeidscontract, omdat deze op zich geen verplichtingen bevat. Wel staan vaak de arbeidsvoorwaarden hierin vermeld voor het geval er arbeidsovereenkomsten na oproep en aanvaarding hiervan ontstaan.
Wanneer er een arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht wordt gesloten, komt er direct een arbeidsovereenkomst tot stand. Bij aanwezig werk is de werkgever verplicht om de werknemer op te roepen en deze is verplicht een dergelijk aanbod te aanvaarden. Soms is er een minimale verplichting opgenomen om de werknemer voor een minimaal aantal uren per week te werk te stellen tot en bepaald maximum. Een dergelijke arbeidsovereenkomst wordt wel aangeduid als min/max contract.
Het hiervoor genoemde onderscheid is van belang in verband met de wettelijke rechten en plichten die zijn toegekend aan de contracten. Wanneer er een voorovereenkomst gesloten is, begint bij iedere oproep een nieuwe arbeidsovereenkomst te lopen. Wanneer een werkgever meer dan drie maal achter elkaar telkens met tussenpozen van minder dan drie maanden een oproepkracht oproept of de totale periode langer is dan, wordt er geacht een arbeidsovereenkomst tot stand gekomen te zijn voor onbepaalde tijd voor het aantal uren waarvoor de oproepkracht gemiddeld is opgeroepen. Is daarentegen een arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht aangegaan dan vallen deze oproepen allen onder dezelfde arbeidsovereenkomst en daarom komt dan ook geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tot stand voor het gemiddeld aantal gewerkte uren. Voor een werkgever is het dan ook vaak verstandiger om een arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht af te sluiten.
Het café heeft een voorovereenkomst gesloten met Piet en een arbeidscontract met uigestelde betalingsverplichting met Marie voor de bepaalde duur van zes maanden. Zowel Piet als Marie worden opgeroepen om in het eerste weekend van juni 20 uur te komen werken, de laatste week van juli 50 uur, het eerste weekend van augustus 20 uur en de tweede en derde week van augustus beide weken 40 uur. Beide zijn vier maal opgeroepen. Voor Piet betekent dit dat hij nu een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft voor 12 uur per week (hij heeft namelijk in de afgelopen 3 maanden, bestaande uit 14 weken, bij elkaar 170 uur gewerkt). Marie daarentegen heeft nog steeds een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van zes maanden.
De vraag of er sprake is van een voorovereenkomst of arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht is niet altijd duidelijk. Dit geldt met name wanneer een andere benaming zoals nulurencontract vermeldt staat in het contract. De kantonrechter zal in deze situaties dan ook altijd kijken naar de concrete omstandigheden van het geval. Mocht u twijfelen over welk soort arbeidsovereenkomst u afgesloten, kunt u contact met ons opnemen.