De kantonrechter in Den Haag heeft pas geleden een opmerkelijke uitspraak gedaan over het claimen van een vergoeding voor niet uitbetaalde vakantiedagen bij het einde van het dienstverband van een arbeidsongeschikte werknemer. Als u maximaal vijf jaar geleden, maar vóór 1 januari 2012, tijdens ziekte ontslagen bent, is deze uitspraak vast en zeker interessant voor u. De namen hieronder zijn uiteraard fictief.
De heer Jansen was in dienst bij het bedrijf DG B.V. Op 19 december 2007 raakt de heer Jansen arbeidsongeschikt en blijft dit gedurende een periode van twee jaar. De arbeidsovereenkomst wordt na deze twee jaar van arbeidsongeschiktheid beëindigd met wederzijds goedvinden.
Bij de afrekening van zijn dienstverband ontvangt de heer Jansen een vergoeding voor 168 niet genoten vakantie-uren, namelijk het aantal vakantie-uren die zijn opgebouwd in het laatste half jaar van het dienstverband. De vakantiedagen die in de eerste anderhalf jaar zijn opgebouwd worden niet door DG B.V. uitbetaald. Deze uitbetaling stemt overeen met de wettelijke regeling, artikel 7:635 lid 4 BW, die tot 1 januari 2012 van kracht was.
De EG heeft in 2003 een Richtlijn 2003/88/EG vastgesteld waarin opgenomen is dat alle werknemers bij beëindiging van het dienstverband recht hebben op een financiële vergoeding wanneer zij de vakantiedagen niet daadwerkelijk hebben genoten. De “Europese rechter”, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, heeft recentelijk vastgesteld dat de richtlijn zo moet worden uitgelegd dat dit recht bestaat ongeacht de gezondheidstoestand van de werknemer. Dus ook arbeidsongeschikte werknemers hebben volgens het Hof van Justitie recht op een financiële vergoeding voor alle vakantiedagen die zij niet hebben kunnen opnemen.
Naar aanleiding van deze uitspraak van het Hof van Justitie is de vakantiewetgeving in Nederland per 1 januari 2012, aangepast aan de richtlijn.
De heer Jansen is van oordeel dat het onjuist dan wel te laat aanpassen van de Nederlandse wetgeving aan de richtlijn hem financiële schade heeft berokkend. Hij dagvaardt daarom de Staat der Nederlanden om hem ook de resterende 504 vakantie-uren die tijdens de eerste anderhalf jaar zijn opgebouwd te vergoeden.
De kantonrechter wijst deze vordering toe. Het Hof van Justitie heeft in een eerder arrest namelijk al uitgemaakt dat afwijken van de richtlijn in beginsel niet is toegestaan. Doordat de Staat der Nederlanden in dit geval buiten haar bevoegdheid is getreden door de richtlijn onjuist uit te leggen en bovendien niet tijdig en correct om te zetten in Nederlandse wetgeving, heeft de heer Jansen naar het oordeel van de kantonrechter financieel nadeel ondervonden. Dit nadeel dient de Staat der Nederlanden naar het oordeel van de kantonrechter te vergoeden. De Staat moet daarom aan de heer Jansen ook de overige 504 vakantie-uren, die tijdens ziekte opgebouwd maar niet genoten zijn, vergoeden, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Als uw dienstverband is beëindigd terwijl u langer dan een half jaar ziek geweest bent, zijn er mogelijk een groot aantal vakantie-uren ten onrechte niet uitbetaald. De uitspraak van de kantonrechter betekent dat u deze uren mogelijk kunt claimen bij de Staat der Nederlanden.
Uw vordering kan de moeite waard zijn om niet zomaar te laten liggen. Bij een bruto uurloon van € 15,00 gaat het in het bovenstaande voorbeeld om een bedrag van € 7.560,00 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente. Bij een bruto uurloon van € 30,- gaat het om een bedrag van € 15.120,- bruto.
Wanneer de bovenstaande situatie op u van toepassing is en u een claim wilt indienen bij de Staat, kunt u contact met ons opnemen. Wij zullen dan onderzoeken of uw vordering vanuit juridisch oogpunt een goede kans maakt om toegewezen te worden. Hierbij houden we er rekening mee dat de Staat inmiddels hoger beroep heeft aangetekend tegen het vonnis van de kantonrechter.
Het is echter zeker de moeite waard om hier achteraan te gaan en vrijblijvend nadere informatie bij ons in te winnen. Heeft u interesse laat dit ons dan tijdig, namelijk voordat uw vorderingen verjaard zijn, weten door middel van een e-mail of een telefoontje.