Op 13 september 2024 heeft de Hoge Raad een belangrijk arrest gewezen over de vraag wat heeft te gelden als betaalde arbeidstijd. De Arbeidstijdenwet in Nederland regelt de arbeids- en rusttijden voor werknemers, met als doel de veiligheid, gezondheid en het welzijn van werknemers te waarborgen. In deze wet staat als definitie van arbeidstijd genoemd: “De tijd dat de werknemer onder gezag van de werkgever arbeid verricht”. In de toelichting is opgenomen dat onder arbeid moet worden verstaan: “Elke inspanning van lichaam of geest die door de werkgever van de werknemer wordt verlangd”. Indien sprake is van arbeidstijd in de zin van de arbeidstijdenwet betekent dit niet per definitie dat de werkgever daarover loon is verschuldigd. Het Nederlandse arbeidsrecht kent namelijk geen wettelijke bepaling waaruit volgt dat arbeidstijd (op een bepaalde manier) beloond dient te worden. Of loon verschuldigd is over arbeidstijd, hangt daarom af van wat daarover is afgesproken bij individuele of collectieve arbeidsovereenkomst. De Hoge Raad heeft op 13 september 2024 dit hierover wat meer duidelijkheid verstrekt.
De betreffende werknemer was op basis van een zogenaamd min/max-contract werkzaam bij Teleperformance. In de planningsregels van deze werkgever was met betrekking tot de werktijden onder andere bepaald: “(……) 09.00 uur beginnen betekent dat je exact om 09.00 uur klaar zit om je eerste call aan te nemen dan wel te maken. Meld je daarom altijd 10 minuten voor aanvang van je dienst bij je supervisor, dan ben je nooit te laat (……)”. De werknemer maakte aanspraak op nabetaling van het salaris over deze 10 minuten die niet door de werkgever werd betaald en stelt daartoe onder andere dat hij 10 minuten voor de start van zijn dienst aanwezig diende te zijn. Het eerder aanwezig zijn van werknemer om zich te melden bij de supervisor zou een opdracht van de werkgever zijn en derhalve werktijd, hetgeen dient te worden uitbetaald. Teleperformance betwistte deze aanspraak.
Zowel de kantonrechter als het Hof hebben de vordering van de werknemer toegewezen. Het Hof overweegt nog dat de werknemer op grond van de 10-minutenregel gehouden is om zich 10 minuten voor aanvang van zijn dienst bij zijn supervisor te melden. Dit brengt met zich mee dat niet van belang is hoeveel tijd in werkelijkheid met het opstarten/inloggen is gemoeid. In de 10 minuten voor aanvang van de dienst wordt de medewerker geacht aanwezig te zijn en is hij beperkt in zijn mogelijkheden zijn tijd aan eigen zaken te besteden. Dat hij in die tijd nog niet productief is omdat Teleperformance pas door haar klant betaald wordt vanaf het moment van in de lijn gaan doet hieraan niets af.
Deze uitspraak van de Hoge Raad is conform het advies van de advocaat-generaal. Deze geeft nog aan dat de verplicht aanwezige tijd voorbereiding moet worden aangemerkt als arbeidstijd en beloond moet worden conform de tussen partijen geldende afspraken, ook wordt gedragen in de – beperkte – literatuur over dit onderwerp.
Wanneer een werknemer verplicht voorbereidende werkzaamheden moet verrichten en hiervoor een bepaalde tijd voor aanvang van zijn dienst aanwezig dient te zijn dan dient de werkgever hierover loon te betalen.
Het is derhalve van belang voor zowel werkgever als werknemer om zich goed te beraden over het maken van arbeidsrechtelijke afspraken en indien deze gemaakt zijn zich te realiseren welke rechtsgevolgen hieraan verbonden kunnen worden. Immers, een loonaanspraak van een werknemer of van alle werknemers die het aangaan kan plaatsvinden met terugwerkende kracht gedurende een periode van 5 jaar voor het instellen van de vordering.